Juridisch gezien komt er veel kijken bij een webshopovername. Om te beginnen: wat is een webshop precies? Het is geen wettelijke term en geen vastomlijnd object zoals een huis, een stuk grond of een auto. Met andere woorden: wat ga je nu precies (ver)kopen? Dit zul je allereerst moeten definiëren in een verkoopcontract. Grofweg zijn er twee mogelijkheden voor een juridische transactie waarbij je een webshop laat overnemen door een derde: 

  • De aandelentransactie: je draagt de zeggenschap over van het bedrijf dat de webshop exploiteert. 

  • De activatransactie: je verkoopt de bedrijfsonderdelen waarmee de koper de webshop kan exploiteren. Indien er naast de activa ook schulden worden overgenomen, noemen we dit een activa-passivatransactie. 

10.1 Soorten transacties

De aandelentransactie

De aandelentransactie is juridisch het eenvoudigst. Je voert de webshop vanuit een bedrijf en draagt de zeggenschap daarvan over aan de koper. Die gaat vanaf de verkoopdatum het bedrijf runnen. Een voordeel hiervan is dat alle contracten gewoon intact blijven. De koper hoeft in principe dus niet opnieuw merklicenties af te sluiten of met leveranciers te onderhandelen. Het bedrijf blijft immers wat het is, er staat alleen iemand anders aan het roer.

Bij een aandelentransactie verkoop je het bedrijf zelf. Dat wil zeggen dat de koper vanaf de verkoopdatum de zeggenschap over het bedrijf krijgt. Alleen als je bedrijf is opgezet als een besloten vennootschap (bv) of naamloze vennootschap (nv), kun je de aandelen ervan verkopen. De bv of nv blijft gewoon bestaan en doet zaken zoals altijd. Voor de buitenwereld verandert er dus niets, tenzij men bij de Kamer van Koophandel nagaat op wiens naam de aandelen staan en wie ingeschreven is als bevoegd bestuurder. Maar let op: bij aandelenverkoop is wel toestemming nodig van de overige aandeelhouders, ook als die slechts een minderheidsaandeel hebben. Ben je de enige aandeelhouder, dan is er niets aan de hand.

De activatransactie

Wanneer je bedrijf geen bv is of je niet het gehele bedrijf wilt verkopen maar slechts een deel ervan (de webshop), kies je voor een activatransactie. De meeste ondernemers beginnen als eenmanszaak. Dat is juridisch niet meer dan dat je ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel, een handelsnaam hebt en zaken doet. Een eenmanszaak is op zichzelf niet te verkopen, dus hiervoor moet je altijd een activatransactie uitvoeren. Je verkoopt dan vanuit jezelf de onderdelen van je eenmanszaak aan de koper. Daarna kun je de eenmanszaak uitschrijven.

Hetzelfde geldt bij de vennootschap onder firma (vof). In deze samenwerkingsvorm voeren twee of meer ondernemers het bedrijf. Je staat ingeschreven als vof bij de Kamer van Koophandel, hebt een handelsnaam en doet zaken met derden. Een verschil is wel dat een vof een eigen bankrekening heeft en objecten kan bezitten, zoals een bedrijfspand, auto’s en voorraad. Deze objecten verkoop je bij een overname dan vanuit de vof. De vof bestaat nadien nog steeds, maar is dan leeg. De vof schrijf je dus per direct uit bij de Kamer van Koophandel. Als alternatief kun je de koper benoemen tot nieuwe vennoot, waarna de huidige vennoten uittreden. De mogelijkheid van een nieuwe vennoot moet wel in het vof-contract staan. Veel standaardcontracten vermelden dat je bij uittreding de vof opheft, en dat is in dit geval niet de bedoeling.

Ook wanneer je bedrijf meer doet dan alleen de webshop, kies je voor een activatransactie. Je maakt in dat geval een lijst van de bezittingen (activa) die bij de webshop horen en draagt die over aan de koper, zoals de domeinnaam, de webwinkelsoftware, de klantenlijst en de openstaande vorderingen. Vervolgens leg je in het verkoopcontract vast op welke manier de koper hier eigenaar van wordt. Een paar voorbeelden:

  1. Het auteursrecht op de teksten en foto’s in de webshop. Die draag je over met een ondertekend stuk papier waarin je ze expliciet opsomt. 

  2. De bronbestanden van die teksten en foto’s. Noteer ze, ook hoe je ze overdraagt. Bijvoorbeeld: ‘Verkoper zal een USB-stick met alle bronbestanden in originele formaten afgeven aan Koper.’

  3. De licentie op de software van de webshop. Als die een open source is, gaat dat vanzelf goed. Bij een gekochte licentie moet je nagaan of erin staat dat de licentie overdraagbaar is. Staat dat er niet in, dan moet de koper opnieuw de licentie kopen.

  4. Het eigendomsrecht op de voorraad. Omschrijf dat kort en vermeld dat de koper hier eigenaar van wordt.

  5. De domeinnaam van de webshop. Schrijf op dat jij het verhuistoken van de domeinnaam zult verstrekken, zodat de koper de domeinnaam kan verhuizen, of juist dat jij de domeinnaam op zijn naam zult zetten.

  6. Socialemedia-accounts van de webshop, zoals van Facebook of Twitter. Schrijf op dat je het beheer daarvan overdraagt – juridisch gezien kun je geen eigenaar zijn van zo’n account. Vermeld ook hoe je het wachtwoord gaat overdragen en de eventuele tweefactorauthenticatie gaat veranderen.

  7. Contracten met leveranciers. Ga na of die overdraagbaar zijn. Zo niet, dan moet de koper of verkoper toestemming krijgen voor de overname. 

  8. Lopende contracten met klanten. Als het goed is, staat in je algemene voorwaarden dat jij contracten en vorderingen mag overdragen. In het verkoopcontract verwijs je daarnaar en leg je vast om welke contracten het precies gaat.

  9. Klantenlijsten, nieuwsbriefbestanden en dergelijke. Juridisch gezien kun je hier geen eigenaar van zijn, maar je wilt wel expliciet vastleggen dat de koper hier een kopie van krijgt en daarmee kan werken vanuit het nieuwe bedrijf. 

  10. Kennis en kunde. Geef alle relevante informatie over je bedrijfsvoering door aan de koper. Denk bijvoorbeeld aan wachtwoorden, beschrijvingen van je bestelproces, het bronbestand van je algemene voorwaarden, je retourregeling, bestaande speciale afspraken met leveranciers of grote klanten.

Uiteraard is het niet verplicht om al deze elementen over te dragen. Juridisch gezien mag je zelf kiezen wat je overdraagt en wat daartegenover staat. Je kunt bijvoorbeeld een toeslag vragen als iemand ook je populaire Facebook-pagina wil overnemen, naast je webshop. 

10.2 Wat krijg je ervoor terug?

Als je je bedrijf verkoopt, wil je er vanzelfsprekend iets voor terug. Hoe hoog de vergoeding moet zijn, is aan jou. De wet kent geen indicatietarieven, en uit de jurisprudentie blijkt dat de partijen zelf moeten bepalen wat ze een eerlijke prijs vinden. Ontdek je achteraf dat je meer had kunnen krijgen, dan heb je juridisch gezien dus pech. 

Naast de verkoopprijs zelf is het minstens zo belangrijk om vast te leggen waar die uit is opgebouwd. Er zijn verschillende manieren om de vergoeding vast te stellen: 

  1. Een eenmalig vast bedrag, ook wel lumpsum genoemd. De koper geeft je een zak met geld en daarmee is de kous af.

  2. Een serie vaste bedragen. Hierbij krijg je niet in één keer je geld, maar bijvoorbeeld maandelijks of jaarlijks een zakje met geld. Zo hoeft de verkoper niet alles in één keer op te hoesten. Een risico is wel dat de koper na de eerste betaling geen geld meer heeft, bijvoorbeeld omdat hij in het bedrijf niet zo succesvol kan opereren als de oude eigenaar. 

  3. Een deel van de toekomstige winst. Op deze manier delen koper en verkoper het risico van de bedrijfsovername. Als het bedrijf minder succesvol blijkt dan gedacht, wordt minder winst gemaakt en krijg je dus minder betaald.

  4. Een vast bedrag plus na een zekere periode een deel van de toekomstige winst. Dit is een combinatie van de eerste en derde optie, waarmee je dus het risico beperkt dat de toekomstige winst tegenvalt.

Lees verder: Bestel Boek   Bestel Ebook